1 Corinthiers 15:58 | Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere. |
2 Corinthiers 7:1 | Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods. |
2 Corinthiers 12:19 | Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? Wij spreken in de tegenwoordigheid van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw stichting. |
Efeziers 5:1 | Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen; |
Efeziers 6:21 | En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat; [en] wat ik doe, [dat] alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken; |
Filippenzen 2:12 | Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven; |
Filippenzen 4:1 | Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon, staat alzo in den Heere, geliefden! |
Colossenzen 1:7 | Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u; |
Colossenzen 4:7 | Al mijn zaken zal u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in de Heere, |
Colossenzen 4:9 | Met Onesimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles bekendmaken wat hier is. |
Colossenzen 4:14 | U groet Lukas, de medicijnmeester, de geliefde, en Demas. |
1 Thessalonicensen 2:8 | Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. |
1 Timotheus 6:2 | En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. |
2 Timotheus 1:2 | Aan Timotheus, [mijn] geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij [u] van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere. |
Filemon 1:1 | Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timotheus, de broeder, aan Filemon, den geliefde, en onzen medearbeider, |
Filemon 1:2 | En aan Appia, de geliefde, en aan Archippus, onzen medestrijder, en aan de Gemeente, die te uwen huize is: |
Filemon 1:16 | [Nu] voortaan niet als een dienstknecht, maar meer dan een dienstknecht, [namelijk] een geliefden broeder, inzonderheid mij, hoeveel te meer dan u, beide in het vlees en in den Heere. |
Hebreeen 6:9 | Maar, geliefden! wij verzekeren ons van u betere dingen, en met de zaligheid gevoegd, hoewel wij alzo spreken. |
Jakobus 1:16 | Dwaalt niet, mijn geliefde broeders! |
Jakobus 1:19 | Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn; |