G1161 δέ
maar, bovendien

Bijbelteksten

Romeinen 14:24
Mattheus 1:2Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders;
Mattheus 1:3En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram;
Mattheus 1:4En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;
Mattheus 1:5En Salmon gewon Booz bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai;
Mattheus 1:6En Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die Uria's [vrouw was geweest];
Mattheus 1:7En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;
Mattheus 1:8En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;
Mattheus 1:9En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;
Mattheus 1:10En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;
Mattheus 1:11En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.
Mattheus 1:12En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel;
Mattheus 1:13En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;
Mattheus 1:14En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud;
Mattheus 1:15En Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;
Mattheus 1:16En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.
Mattheus 1:18De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
Mattheus 1:19Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.
Mattheus 1:20En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, [gij] zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest;
Mattheus 1:21En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken