Mattheus 13:13 | Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan. |
Mattheus 13:14 | En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. |
Mattheus 13:18 | Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier. |
Mattheus 13:19 | Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene die bij den weg bezaaid is. |
Mattheus 13:20 | Maar die in steenachtige [plaatsen] bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; |
Mattheus 13:22 | En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. |
Mattheus 13:23 | Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig [voud]. |
Mattheus 13:24 | Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker. |
Mattheus 13:29 | Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt. |
Mattheus 13:31 | Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid; |
Mattheus 13:35 | Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld. |
Mattheus 13:36 | Toen nu Jezus de scharen [van Zich] gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers. |
Mattheus 13:37 | En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; |
Mattheus 13:41 | De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; |
Mattheus 13:43 | Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore. |
Mattheus 13:45 | Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zoekt; |
Mattheus 14:5 | En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet. |
Mattheus 14:15 | En als het nu avond werd, kwamen Zijn discipelen tot Hem, zeggende: Deze plaats is woest, en de tijd is nu voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat zij heengaan in de vlekken en zichzelven spijs kopen. |
Mattheus 14:20 | En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven. |
Mattheus 14:21 | Die nu gegeten hadden, waren omtrent vijf duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen. |