H6664 צֶדֶק
righteousness, righteously, righteous, justice

Bijbelteksten

Leviticus 19:15Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.
Leviticus 19:36Gij zult een rechte wage hebben, rechte weegstenen, een rechte efa, en een rechte hin; Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit Egypteland uitgevoerd heb!
Deuteronomium 1:16En ik gebood uw rechters ter zelfder tijd, zeggende: Hoort [de verschillen] tussen uw broederen, en richt recht tussen den man en tussen zijn broeder, en tussen deszelfs vreemdeling.
Deuteronomium 16:18Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid.
Deuteronomium 16:20Gerechtigheid, gerechtigheid zult gij najagen; opdat gij leeft, en erfelijk bezit het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
Deuteronomium 25:15Gij zult een volkomen en gerechten weegsteen hebben; gij zult een volkomene en gerechte efa hebben; opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
Deuteronomium 33:19Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeen zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands.
Job 6:29Keert toch weder, laat er geen onrecht wezen, ja, keert weder; nog zal mijn gerechtigheid daarin zijn.
Job 8:3Zou dan God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid verkeren?
Job 8:6Zo gij zuiver en recht zijt, gewisselijk zal Hij nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de woning uwer gerechtigheid volmaken.
Job 29:14Ik bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed.
Job 31:6Hij wege mij op, in een rechte weegschaal, en God zal mijn oprechtigheid weten.
Job 35:2Houdt gij dat voor recht, [dat] gij gezegd hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods?
Job 36:3Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid toewijzen.
Psalm 4:2Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed.
Psalm 4:6Offert offeranden der gerechtigheid, en vertrouwt op den HEERE.
Psalm 7:9De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, [die] bij mij is.
Psalm 7:18Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen.
Psalm 9:5Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan; Gij hebt gezeten op den troon, o Rechter, der gerechtigheid.
Psalm 9:9En Hij Zelf zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel