H6680 צָוָה
bade, commandment, appoint, command, , charge
Ezechiel 9:11 | En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt. |
Ezechiel 10:6 | Het geschiedde nu, als Hij den man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende: Neem vuur van tussen de wielen, van tussen de cherubs, dat hij inging en stond bij een rad. |
Ezechiel 12:7 | En ik deed alzo, gelijk als mij bevolen was; ik bracht mijn gereedschap uit bij dag, als het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna in den avond doorgroef ik mij den wand met de hand; ik bracht het uit in donker, [en] ik droeg het op den schouder voor hun ogen. |
Ezechiel 24:18 | Dit sprak ik tot het volk in den morgenstond, en mijn huisvrouw stierf in den avond; en ik deed in den morgenstond, gelijk mij geboden was. |
Ezechiel 37:7 | Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, [elk] been tot zijn been. |
Ezechiel 37:10 | En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. |
Amos 2:12 | Maar gijlieden hebt aan de Nazireen wijn te drinken gegeven, en gij hebt den profeten geboden zeggende: Gij zult niet profeteren. |
Amos 6:11 | Want ziet, de HEERE geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten. |
Amos 9:3 | En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten. |
Amos 9:4 | En al gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden, zo zal Ik vandaar het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn oog tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede. |
Amos 9:9 | Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als [zaad] geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen. |
Nahum 1:14 | Doch tegen u heeft de HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer gezaaid zal worden; uit het huis uws gods zal Ik uitroeien de gesneden en gegoten beelden; Ik zal u [daar] een graf maken, als gij zult veracht zijn geworden. |
Zacharia 1:6 | Nochtans Mijn woorden en Mijn inzettingen, die Ik Mijn knechten, den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders niet getroffen? zodat zij wederkerende zeiden: Gelijk als de HEERE der heirscharen gedacht heeft ons te doen, naar onze wegen en naar onze handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan. |
Maleachi 4:4 | Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israel, der inzettingen en rechten. |