H6862 צַר
vijand, tegenstander, nauw, strak, eng, scherpe steen
Psalm 107:2 | Dat [zulks] de bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders bevrijd heeft. |
Psalm 107:6 | Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, heeft Hij hen gered uit hun angsten; |
Psalm 107:13 | Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. |
Psalm 107:19 | Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. |
Psalm 107:28 | Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten. |
Psalm 108:13 | Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid. |
Psalm 108:14 | In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden. |
Psalm 112:8 | [Samech.] Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; [Ain.] totdat hij op zijn wederpartijen zie. |
Psalm 119:139 | Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. |
Psalm 119:143 | Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, [doch] Uw geboden zijn mijn vermakingen. |
Psalm 119:157 | Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, [maar] van Uw getuigenissen wijk ik niet. |
Psalm 136:24 | En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Spreuken 23:27 | Want een hoer is een diepe gracht, en een vreemde vrouw is een enge put. |
Spreuken 24:10 | Vertoont gij u slap ten dage der benauwdheid, uw kracht is nauw. |
Jesaja 1:24 | Daarom spreekt de Heere, HEERE der heirscharen, de Machtige Israëls: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. |
Jesaja 5:28 | Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; hunner paarden hoeven zullen als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. |
Jesaja 5:30 | En zij zullen tegen hetzelve te dien dage bruisen, als het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien, maar ziet, er zal duisternis [en] benauwdheid zijn, en het licht zal verduisterd worden in hun verwoestingen. |
Jesaja 9:10 | Want de HEERE zal Rezins tegenpartijders tegen hem verheffen, en Hij zal zijn vijanden samen vermengen: |
Jesaja 11:13 | En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen. |
Jesaja 25:4 | Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand. |