G2475_Ἰσραηλίτης
Israeliet
Taal: Grieks

Statistieken

Komt 9x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

Israi̱liti̱s̱,
Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

Ἰσραηλείτης (Rec. -λίτης),ου, ὁ, [in LXX: Nu 25:8 (יִשְׂרָאֵל H3478), III Ki 20 (21):1 (יִזְרְעֵאלִי H3158; Luc. Ἰεζραηλίτης), etc.;] an Israelite, the name expressive of theocratic privilege (v.s. Ἑβραῖος): Ro 9:4 11:1, II Co 11:22; ἀληθῶς Ἰ., Jo 1:48; ἄνδρες Ἰ., Ac 2:22 3:12 5:35 13:16 21:28.†

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks Ἰσραήλ G2474 "Israel";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken