H211_ אוֹפִיר
Ofir
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Ofir,

Statistieken

Komt 13x voor in 7 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ʾôpîr, zn. mnl.; TWOT 50;


1) persoonsnaam Ofir (Gen. 10:29; 1 Kron. 1:23); 2) land Ofir (1 Kon. 9:28; 10:11; 22:49; 1 Kron. 29:4; 2 Kron. 8:18; 9:10; ); 2a) fijn goud v. Ofir (Job 22:24; 28:16; Ps. 45:10; Jes. 13:12).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אוֹפִיר n.pr. Ophir 1 n.pr.m. 11th son of Joktan 2 n.pr.loc. (land or city S. or SE. fr. Palestine) place whither Sol.’s ships went fr. Ezion Geber, bringing thence gold 3 characteristic of fine gold (poet. & late) 4 hence for fine gold itself

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H211 אוֹפִיר ʼÔwphîyr; or (shortened) אֹפִיר; and אוֹפִר; of uncertain derivation; Ophir, the name of a son of Joktan, and of a gold region in the East — Ophir.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אוּפָז H210 "Ufaz";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech