H1162_ בֹּעַז
Boaz (persoon), Boaz (pilaar)
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Boaz, Boaz (pilaar), Jachin en Boaz,

Statistieken

Komt 24x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

בֹּ֫עַז n.pr.m. (quickness?)—1 kinsman of Naomi, who married Ruth 2 name of the left hand of two pillars set up before temple

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1162 בֹּעַז Bôʻaz; from an unused root of uncertain meaning; Boaz, the ancestor of David; also the name of a pillar in front of the temple — Boaz.

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks Βοόζ G1003 "Boaz (persoon)";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin