H2756_ חָרִיף
Harif , Charif
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Harif, Jora,

Statistieken

Komt 2x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ḥārîp, persoonsnaam mnl.,


1) persoonsnaam Harif (Neh. 7:24; 10:19), wordt elders Jora genoemd (Ezr. 2:18). Mogelijk dezelfde als חָרֵף H2780 Haref (1 Kron. 2:51)



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

חָרִף, חָרִיף n.pr.m. (autumn 1 head of family of returned exiles 2 one of those sealed

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H2756 חָרִיף Chârîyph; from 2778; autumnal; Chariph, the name of two Israelites — Hariph.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws חֲרוּפִי H2741 "Haruphite"; Hebreeuws חָרַף H2778 "honer, versmaden, smaden, bejegenen (met smaad), tarten, smader, beschimpen, honen, ondergeschikt";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen