H7015_ קִינָה
klaaglied, klaagzang, rouwklacht
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Klaagliederen,

Statistieken

Komt 18x voor in 5 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

qînâ mv. קִינוֹת (2 Kron. 35:25) en קֽינִים (Ezech. 2:10; E. Klein, p. 577); zn. vrl. (BDB) en zn. mnl. (E. Klein, p. 577); TWOT 2018a; Afgeleid van קוּן H6969 met suffix ◌ָה (E. Klein, p. 577);


I) 1) klaaglied, klaagzang, elegie (2 Sam. 1:17; 2 Kron. 35:25; Jer. 9:10, 20; Ezech. 2:10; etc.), een gedicht dat wordt gezongen (TWOT 2018a), Ivr. קִינָה klaaglied (J. Pimentel, p. 386); rouwklacht (Jer. 7:29; Amos 8:10); 1a) קַיְנָה slavin die een zangeres is (E. Klein, p. 577; cf. מְקוֹנְנ֖וֹת H6969 Jer. 9:17).

II) hapax plaatsnaam קִינָה H7016 Kinah (Joz. 15:22).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

קִינָה n.f. elegy, dirge

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H7015 קִינָה qîynâh; from 6969; a dirge (as accompanied by beating the breasts or on instruments) — lamentation.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws קוּן H6969 "mourning women, lament"; Hebreeuws קִינָה H7016 "Kinah";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij