1 Samuel 17:18 | Maar breng deze tien melkkazen aan de oversten over duizend; en gij zult uw broederen bezoeken, of het hun welga, en gij zult van hen pand medenemen. |
2 Samuel 17:29 | En honig, en boter, en schapen, en koeienkazen, brachten tot David, en tot het volk, dat met hem was, om te eten, want zij zeiden: Dit volk is hongerig, en moede, en dorstig in de woestijn. |
Job 10:10 | Hebt Gij mij niet als melk gegoten, en mij als een kaas doen runnen? |