Kaneel

Bijbelteksten

Exodus 30:23Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd [sikkels], en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig [sikkels], ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig [sikkels];
Spreuken 7:17Ik heb mijn leger met mirre, aloe en kaneel welriekende gemaakt;
Hooglied 4:14Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen.
Openbaring 18:13En kaneel, en reukwerk, en welriekende zalf, en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe, en lastbeesten, en schapen; en van paarden, en van koetswagens, en van lichamen, en de zielen der mensen.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel