Mot

Bijbelteksten

Job 4:19Hoeveel te min [op] degenen, die lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is? Zij worden verbrijzeld voor de motten.
Job 13:28En hij veroudert als een verrotting, als een kleed, dat de mot opeet.
Jesaja 51:8Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten.
Hosea 5:12Daarom zal Ik Efraim zijn als een mot, en den huize van Juda als een verrotting.
Mattheus 6:19Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;
Mattheus 6:20Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen;
Lukas 12:33Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
Jakobus 5:2Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;

Hadderech