Psalm 19:13 | Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene [afdwalingen]. |
Prediker 10:5 | Er is [nog] een kwaad, [dat] ik gezien heb onder de zon, [als] een dwaling, die van het aangezicht des oversten voortkomt. |
Jesaja 32:6 | Want een dwaas spreekt dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid, om huichelarij te plegen, en om dwaling te spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig te laten, en den dorstige drank te doen ontbreken. |
Jeremia 23:21 | Ik heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd. |
Mattheus 24:24 | Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. |
Romeinen 1:27 | En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die [daartoe] behoorde, in zichzelven ontvangende. |
Efeziers 4:14 | Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; |
Efeziers 5:11 | En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. |
2 Thessalonicensen 2:11 | En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; |
1 Timotheus 1:20 | Onder welken is Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet [meer] te lasteren. |
1 Timotheus 4:3 | Verbiedende te huwelijken, [gebiedende] van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend. |
2 Timotheus 2:14 | Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren, [hetwelk] tot geen ding nut is, [dan] tot verkering der toehoorders. |
2 Timotheus 4:3 | Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; |
2 Timotheus 4:4 | En zullen [hun] gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. |
Titus 1:10 | Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; |
Titus 1:11 | Welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil. |
Titus 1:13 | Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. |
Titus 3:10 | Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; |
Titus 3:11 | Wetende, dat de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelven veroordeeld. |
Jakobus 5:20 | Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken. |