Gezondheidszorg

Bijbelteksten

Mattheus 9:12Maar Jezus, [zulks] horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
Markus 3:4En Hij zeide tot hen: Is het geoorloofd op sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te doden? En zij zwegen stil.
Lukas 10:34En hij, tot [hem] gaande, verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen beest, voerde hem in de herberg en verzorgde hem.
Lukas 10:35En des anderen daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf ze den waard, en zeide tot hem: Draag zorg voor hem: en zo wat gij meer [aan hem] ten koste zult leggen, dat zal ik u wedergeven, als ik wederkom.
1 Timotheus 5:8Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk [zijn] huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.
1 Timotheus 5:23Drink niet langer water [alleen], maar gebruik een weinig wijn, om uw maag en uw menigvuldige zwakheden.

KlussenKlussen