Genesis 30:37 | Toen nam zich Jakob roeden van groen populierenhout, en van hazelaar, en van kastanje; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende het wit, hetwelk aan die roeden was. |
Leviticus 13:49 | En die plaag aan het kleed, of aan het vel, of aan den scheerdraad, of aan den inslag, of aan enig vellentuig, groenachtig of roodachtig is; het is de plaag der melaatsheid; daarom zal zij den priester vertoond worden. |
2 Koningen 16:4 | Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. |
2 Koningen 17:10 | En zij hadden zich staande beelden opgericht en bossen, op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte. |
2 Kronieken 28:4 | Ook offerde hij en rookte op de hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte. |
Psalm 92:15 | In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, |
Spreuken 15:17 | Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij. |
Jeremia 17:2 | Gelijk hun kinderen hunner altaren gedenken, en hunner bossen, bij het groen geboomte, op de hoge heuvelen. |
Jeremia 17:8 | Want hij zal zijn als een boom, die aan het water geplant is, en zijn wortelen uitschiet aan een rivier, en gevoelt het niet, wanneer er een hitte komt, maar zijn loof blijft groen; en in een jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van vrucht te dragen. |