Adoptie
υἱοθεσία G5206 "adoptie",

Zie ook: Kinderen, Opvoeding,

Adoptie is de aanname van een persoon als kind.

Inhoud

Bijbel

Oude Testament

Adoptie van kinderen, zoals dat tegenwoordig gebeurt, is als zodanig niet bekend in het Oude Testament. Toch zijn er bepaalde vormen die aan adoptie doen denken. Zoals Hadassa (Esther) die door haar oom wordt geadopteerd nadat haar ouders zijn overleden (Esther 2:7). Een ander geval is Eliezer die Abram als zijn erflater wil bepalen omdat hij zelf (op dat moment) geen kinderen heeft (Gen 15:2).

Het bekendste voorbeeld is Mozes die door de dochter van de Farao werd geadopteerd (Ex. 2:6-9). Een ander geval dat een zoon werd geadopteerd en in het hof van een Farao kwam was Genubath, de zoon van de zuster van Tachpenes (1 Kon. 11:20).

In Psalm 2:7 lezen we "Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd". Dit was waarschijnlijk de formule gebruikt in de kroningen van vestiging van een nieuwe koning, maar meteen ook een verwijzing dat ze door God zijn geadopteerd als hun zoon (immers in het oude Israël was sprake van een theocratie). Verder lijkt in Jesaja 49:21-22 sprake te zijn van heidenen die door het Joodse volk worden geadopteerd.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament wordt, met name door Paulus, een aantal keren verwezen naar de adoptie van mensen door God (Rom. 8:15, 23; 9:4; Gal. 4:5; Ef. 1: 5). Het Griekse woord υἱοθεσία yiothesia betekent letterlijk "de plaats van een zoon".

Sommigen willen de tekst in Mat. 18:5 "En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij" uitleggen dat men kinderen mag adopteren, maar daar gaat het in dit gedeelte niet over. In het Nieuwe Testament vinden we dan ook geen verwijzingen van adoptie van kinderen door mensen.


Adoptie bij andere volken

Niet alleen in de Bijbel komt adoptie voor, ook in omliggende landen zien we vermeldingen van deze praktijk.


Adoptie bij Romeinen

Arrogatio of adrogatio is de adoptie van een Romein die sui iuris (d.i. niet onder het ouderlijk gezag van iemand is) was. Het betrof voornamelijk jongens, minder vaak meisjes. Een voorbeeld is Augustus die door Julius Caesar werd geadopteerd (Suetonius, Augustus, 7.2).

Dit was voor hem, die zich liet arrogeren, een capitis deminutio (Gaius, Institutiones I 162). Hij verloor de status familiae; er ging dus een familia verloren. Uit dien hoofde werd hiertoe telkens een wet nodig, die door de curiën moest worden goedgekeurd. Daar elke familia haar sacra (=goden) had, zo moest aan de stemming een verklaring van de pontifices voorafgaan, zodat uit het oogpunt van godsdienst geen bezwaar tegen de arrogatio was (Aulus Gellius, Noctes Atticae V 19; Tacitus, Historiae I 15). De comitia curiata kondigde bij goedkeuring van de adoptie een lex curiata af, waarop hij was geadopteerd (Suetonius, Augustus 65; Cicero, Pro Domo Sua 15, Ad Atticum II 12; Tacitus, Historiae I 15). Hoewel nu de aangenomen zoon de geslachts- en de familienaam van zijn adoptievader aannam, zo werden toch de mannen, die reeds op oudere leeftijd zich tot zoon lieten aannemen, vaak nog bij hun ouden naam genoemd (J.G. Schlimmer - Z.C. De Boer, Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid, Haarlem, 1920, p. 90-91).

Adoptio is de aanneming als kind van iemand, die nog niet sui iuris was. Het middel hiertoe was een driemaal herhaalde mancipatio. De werkelijke vader stond door een driemaal herhaalde schijnverkoop zijn zoon af aan een tussenpersoon, die hem de eerste twee keren weer aan de vader teruggaf. De natuurlijke vader had namelijk het recht zijn kinderen te verkopen; maar als hij een zoon driemaal verkocht had, was de patria potestas verbroken. Na de derde schijnverkoop werd de zoon door degene, die hem nu in handen had, ten overstaan van de praetor afgestaan aan den adoptievader en aan deze door de praetor toegewezen (addictio). Hij gold nu als een wettige zoon van zijn adoptievader en voerde voortaan diens familie- en geslachtsnaam (J.G. Schlimmer - Z.C. De Boer, Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid, Haarlem, 1920, p. 9).

Een bijzondere vorm van adoptio was deze, dat een erflater bij testament iemand tot erfgenaam en tevens tot zoon aannam. Onder welke vorm de pater naturalis dan zijn toestemming gaf, is niet bekend.

Indien het hoofd van een familie, de pater familias, door arrogatio werd geadopteerd werd tevens zijn hele familie geadopteerd. Een voorbeeld hiervan is Tiberius Claudius Nero, die door Augustus werd geadopteerd door middel van arrogatio. Hierdoor werd zijn zoon Drusus, alsook zijn (voordien geadopteerde) adoptiezoon Germanicus opgenomen in de familia van Augustus (Suetonius, Tiberius 15).


Adoptie bij de Grieken

Adoptie in het oude Griekenland is een complex onderwerp, omdat iedere stadstaat zijn eigen opvattingen en wetgeving zou hebben gehad. Zoals te verwachten, de meest complete informatie die we hebben over adoptiewetten hebben betrekking op het oude Athene. De belangrijkste reden voor adoptie lijkt te zijn geweest om ervoor te zorgen dat oudere mensen iemand hadden die naar hen kon omkijken in hun dotage en/of oikos - effectief het Griekse huishouden en gezin - na de dood van de oudste overlevende familielid werd gehandhaafd. Drie verschillende types van goedkeuring lijken te hebben bestaan ​​en de verschillen tussen hen waren gerelateerd aan de manier waarop het aangenomen individu hun erfenis zou krijgen. Dienovereenkomstig konden levende mensen een erfgenaam aannemen, waarbij een erfgenaam door middel van een testament kan worden vastgesteld of zelfs toegekend aan het landgoed van een dode man door middel van een besluit van de vergadering. Aangezien alleen mannen legaal eigen onroerend goed in Athene konden bezitten, waren ze ook het enige geslacht dat wettelijk kan worden aangenomen. Dat zou echter niet per se hebben verhinderd dat mensen meisjes of jonge vrouwen adopteerden in hun huishouden, maar het zou waarschijnlijk ongewoon zijn geweest en deze kinderen zouden geen wettelijke rechten hebben gehad.


Adoptie bij de Egyptenaren

Naast de genoemde Bijbelpassages van Mozes die door de dochter van de Farao werd geadopteerd (Ex. 2:6-9) en Genubath die door zijn oom Tachpenes werd geadopteerd (1 Kon. 11:20), zijn ook andere voorbeelden bekend. In de stele van Nitocris lezen we hoe de dochter van Psamtik I wordt geadopteerd, terwijl we in de Adoption Papyrus lezen hoe de slavin Nanufe door haar man Neb-nufe wordt geadopteerd en daardoor een vrije vrouw wordt.


Laatst gewijzigd 23 oktober 2017


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!