Gehenna
γέεννα G1067 "hel, Gehenna",

Zie ook: Hel, Hellevuur, Onderwereld, Hinnom,

Gehenna van het Grieks γέεννα G1067 geenna is afgeleid van het Hebreeuws גֵֽי־הִנֹּם֙ ḡê-hinnōm (van גַּיְא H1516 en הִנֹּם H2011) dat 'dal van Hinnom' betekent.

Inhoud

Dal van Hinnom

Dit is een dal ten zuiden van Jeruzalem. In de tijd van de koningen werden hier kinderoffers gebracht (vgl. 2 Kon. 23:10). Later bleef het een plaats die verafschuwing opwekte en werd daarom de plaats waar afval, vuil en lijken van dieren en verachte misdadigers werden geworpen en verbrand.

Volgens Joodse opvatting zou in het dal van Hinnom eens het gericht plaatsvinden (vgl. Jer. 19). 

Hinnom


Nieuwe Testament

Gehenna wordt twaalfmaal in het Nieuwe Testament genoemd. In de evangeliën wordt met geenna de plaats van de eeuwige straf aangeduid (vgl. Mat. 23:33). De 'hel' is de plaats waar het onuitblusselijk vuur brandt (bv. Mat. 5:22; 18:9; Mark. 9:43, 45). In de genoemde teksten zien we al dat er een verschuiving in de betekenis is gekomen en dat hier niet meer de het fysieke dal van Hinnom bij Jeruzalem wordt bedoeld.

Hel

In overdrachtelijke zin wordt de tong die ongerechtigheid spreekt, in vlam gezet en gehouden door de hel (Jak. 3:6).


Jodendom

In het Jodendom van na de ballingschap werd Gehenna gezien als het allerdiepste gedeelte van de hel: שְׁאוֹל Sheolאֲבַדּוֹן Abaddonבְּאֵר שַׁחַת Be'er Shachatטִיט הַיָוֵן Tit ha-Yavenשַׁעֲרֵי מָוֶת Sha'are Mavetצַלמָוֶת Tzalmavetγέεννα van גֵיהִנוֹם Gehenna. Soms wordt het gelijkgesteld met de Tartarus uit de Griekse mythologie (Boustan, Ra'anan S. Reed, Annette Yoshiko. Heavenly Realms and Earthly Realities in Late Antique Religions). Zo zien we dat Rashi אֶ֥רֶץ תַּחְתִּיֹּ֖ות "het diepste van de aarde" (Ezech. 32:18) beschrijft als het לגיהנ' Gehenna (Rashi, Ezekiel 32:18).

Christendom

In het vroege christendom heeft het altijd de betekenis van " poel van vuur" of meer algemeen "hel" (Saint Basil, Bischop van Caesarea, Epistulae, 53.15; Eusebius van Caesarea, Historia ecclesiastica, 5.1.26; John van Damascus, Vita Barlaam et Joasaph, 8.32, 10.85, 11.90, 12.111, 18.153, 21.186, 25.231, 30.272). Daarna wordt het gelijkgesteld met "hel", soms meer specifiek "hellevuur"; De Ulfilas (Wulfila, 4de eeuw) vertaald het met het Proto-Germanische Halja, terwijl de Latijnse Vulgaat het onvertaald laat gehennæ. De Wessex Evangeliën en de Wycliffe Bijbel vertalen zowel Hades als Gehenna met hel. Tegenwoordig wordt Gehenna gedefinieerd als de plaats waar de eeuwige straf wordt uitgevoerd en is equivalent met de hel (Metzger & Coogan, "Oxford Companion to the Bible", [1993], p. 243).


Overig

In het apocriefe boek Judith wordt het beschreven als "Wee de naties die zich tegen mijn volk keren; de almachtige Heer zal hen straffen op de dag van het oordeel, aan vuur en wormen zal Hij hun vlees prijsgeven; van pijn zullen ze huilen tot in eeuwigheid" (Judith 16:17, WV96), vergelijk dit met de profeet Jesaja "En zij zullen henen uitgaan, en zij zullen de dode lichamen der lieden zien, die tegen Mij overtreden hebben; want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitgeblust worden, en zij zullen allen vlees een afgrijzing wezen" (Jes. 66:24).

In de Sibillijnse Orakels (~80 n.C.) lezen we "But when all things become an ashy pile, God will put out the fire unspeakable which he once kindled, and the bones and ashes of men will God himself again transform, and raise up mortals as they were before. And then will be the judgment, God himself will sit as judge, and judge the world again. As many as committed impious sins shall Stygian Gehenna’s depths conceal ’neath molten earth and dismal Tartarus. But the pious shall again live on the earth, and God will give them spirit, life, and means of nourishment, and all shall see themselves, beholding the sun’s sweet and cheerful light. O happiest men who at that time shall live!" (S.A. Hirsch. –Jewish Sibylline Oracles, J.Q.R., II, p. 406)

Op een andere plek wordt het beschreven als "And a huge body; stout with mighty form they were; but, notwithstanding, down they went into Tartarean chamber terrible, kept in firm chains to pay full penalty in Gehenna of strong, furious, quenchless fire" (Milton S. Terry, The Sibylline Oracles, 1.125-129)

In de koran wordt جهنم‎‎ Jahannam gebruikt als het islamitische concept van de hel en is afgeleid van het Hebreeuwse גֵֽי־הִנֹּם֙ ḡê-hinnōm of het Griekse γέεννα geenna.


Aangemaakt 28 september 2006, laatst gewijzigd 27 oktober 2017


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!