Brandnetel
סַרְפָּד H5636 "distel, brandnetel",

Zie ook: Beeldbank, Artikelen Blog, Planten / Flora,

Brandnetel, Urtica, is een plantengeslacht waarvan in Nederland en België de grote brandnetel, Urtica dioica, en de kleine brandnetel, Urtica urens, voorkomen. Het geslacht kent tussen de 30 en 45 soorten, waarvan er 4 in Midden-Europa voorkomen.

Inhoud

Bijbel

Over het algemeen gaat men er vanuit dat met de Hebreeuwse plant charul de acanthus wordt bedoeld, toch zijn er verschillende wetenschappers, zoals Lytton John Musselman en Michael Zohary die ervan uitgaan dat het niet de acanthus, maar de brandnetel (Urtica piluliferaL.) is.

Zij gaan er vanuit dat de Hebreeuwse namen sirpad (Jes. 55: 13), seravim (Ezech. 2: 6) en charul (Sef. 2:9) synoniemen zijn.. De stammen s-r-f en ch-a-r betekenen beiden “branden”, “vurig” en omdat volgens hen de brandnetel de enige plant is die bij aanraking de huid zo irriteert dat het brandwonden kan veroorzaken. Dit zien we ook terug in de wetenschappelijke benaming Urtica van het Latijn urere = branden.

Romeinse brandnetel (Urtica pilulifera)

Sefanja 2:9 wordt volgens de botanist Michael Zohary met de "netelheide, distelveld" zeer waarschijnlijk deze plant bedoeld. En wel met een goede reden, het is nl. deze brandnetelsoort die daar als een van de weinige soorten planten groeit in de buurt van de Dode Zee. Deze locatie is zo zout dat er verder bijna niets wil groeien.


Botanie

Verspreidingsgebied

Hermon & Golan Hights, Upper & West Galilee , Lower Galilee & Gilboa , Mnt Carmel & Hasharon, Coast Line, Dead Sea & Judah desert, Judean Mountains, Jerusalem, Samaria , Northen Negev (Desert).


Geschiedenis

Deze brandnetel heeft de benaming Romeinse brandnetel (“Roman nettle”) gekregen omdat volgens de overlevering Romeinse soldaten deze soort mee naar het noorden zouden hebben genomen daar ze het gebruikten tegen de kou. Hiervoor stampten ze de plant fijn in olie en wreven zich ermee in. Om die reden komt de plant nog altijd voor bij Romeinse ruïnes in Noord-Europa.


Folklore

De jonge plant wordt gebruikt in de thee en soms als groente. De oudere vezels van de stengel werd vroeger neteldoek gemaakt. Bekend is het sprookje van de zeven prinsen die door een heks in zeven zwanen worden veranderd. Alleen ’s nacht worden ze weer even mens, hun zusje kan hun redden als ze voor ieder van hen een kledingstuk1 maakt van brandnetels. Uiteindelijk lukt het om op tijd klaar te zijn, maar als ze de laatste mantel op haar broer wil gooien is deze te kort en daarom blijft een arm een zwanenvleugel.

Naast genoemd sprookje zijn er ook nog andere volksvertellingen. Omdat men vroeger dacht dat de brandnetel de bliksem aantrekt werd de plant ook wel Dunnernettel of Dondernetel genoemd. Een ander verhaal gaat als volgt: Toen God de wereld schiep, verdeelde Hij de zaden onder de engelen zodat deze ze over de aarde konden verspreiden. Aan de duivel gaf Hij de haver en de boekweit, maar de aartsengel St. Michael vond dit niet eerlijk verdeeld en zei tegen God, dat de mensen deze zaden nodig hadden. En zo kreeg hij de opdracht om de zaden terug te halen. Michael snelde achter de duivel aan, die steeds maar hardop de namen van de planten noemde, omdat hij bang was de namen te vergeten: "Haver, boekweit! Haver, boekweit!’. "Wat zit je daar te bazelen?" riep Michael, "je bedoelt distels en netel". "Nee", zei de duivel, "hè, hoe was het nu ook weer?" en zo bracht de engel Michael de duivel zo van de wijs dat hij op het laatst zelf geloofde dat hij "distels en netels" gekregen had, en dat is de reden waarom de brandnetels ook wel duivelsplanten worden genoemd.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!