De Braam (Rubus) is een plantengeslacht uit de familie der rozen (Rosaceae). Het is ook de naam van de vruchten van enkele belangrijke vertegenwoordigers van dit geslacht.
Zie ook: Brandende braambos
De braam is het meest bekend geworden als de plant van de brandende braambos, de meest gangbare verklaring (F.J. Bruijel, Tijden en Jaren, p. 198) is dat het zou gaan om de Braam (Rubus ulmifolius), men baseert zich dan op de LXX en het Nieuwe Testament (Mk. 12:26; Lk. 20:37; Hand. 7:30; 7:35) waar het Griekse βάτος batos wordt gebruikt wat in eerste instantie Braam betekent (Henry George Liddell. Robert Scott. A Greek-English Lexicon. batos), maar ook de meer algemenere betekenis van 'doornstruik' heeft (SBNT, βάτος batos: Het zelfstandig naamwoord (mnl./vrl.) batos betekent ‘doornstruik, braamstruik’). Dat het om een Braam zou gaan is niet waarschijnlijk daar deze struik niet voorkomt in woestijnachtige gebieden, gezocht zal dan ook moeten worden naar een doornachtige struik.
Taxonomische indeling | |
---|---|
|
Er bestaan meer dan 600 soorten die tot het geslacht Braam (Rubus) behoren, waarvan de meeste door ingewikkelde kruisingsproducten zijn ontstaan. De bloei is van eind mei tot september en de bestuiving vindt plaats door insecten, met name bijen en hommels. Er zijn vruchten vanaf augustus.
In Israël komen de volgende soorten voor Rubus canescens, Rubus sanguineus en de Rubus ulmifolius. De laatste komt ook in Nederland voor.
Aangemaakt 29 augustus 2010
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!