Tafel (toonbroden)
שֻׁלְחָן H7979 "tafel",

Zie ook: Beeldbank, Tabernakel, Tafel, Toonbroden,

De Tafel der Toonbroden, ook wel Toontafel (Hebreeuws שֻׁלְחָן H7979), is een tafel in het Heilige van de tabernakel en de tempel, waarop twaalf toonbroden voor Gods aangezicht waren neergelegd.

Inhoud

Bijbel

De Tafel der Toonbroden, ook wel Toontafel, stond aan de rechterzijde (noordzijde) van het Heilige. Hierop werden de twaalf toonbroden gelegd.

De toontafel was 2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (Ex. 25:23; 37:10), als materiaal werd acaciahout gebruikt welke was overtrokken met goud (Ex. 25:23-24). Om te voorkomen dat de twaalf toonbroden er vanaf zouden vallen was er nog een rand om de toontafel van puur goud en een handbreedte hoog (Ex. 25:25).

Naast de twaalf toonbroden was er ook bijbehorend gereedschap, zoals schotels, schalen, kommen en kannen waarmee plengoffers gebracht worden (Ex. 25:29; 37:16) en op (of bij) de tafel werd gezet. Om de toontafel te vervoeren waren aan de (smalle) zijkanten ringen bevestigd waardoor draagbomen van acaciahout en overtrokken met goud gestoken konden worden (Ex. 25:28; 37:15).

De twaalf toonbroden representeerden de twaalf stammen van Israël en werden iedere sabbat ververst (→ Toonbroden).


Geschiedenis

Na de val van Jeruzalem in 70 n.C. werd de toontafel naast de andere voorwerpen uit de tempel als trofee door de Romeinse overwinnaars naar Rome gebracht. Op de beroemde Titusboog is een afbeelding met op de rechterzijde de toontafel die door acht man wordt gedragen.

Volgens Flavius Josephus liet keizer Vespasianus de toontafel bewaren in de Tempel van Vrede (F. Josephus, De Joodse oorlog, VII.5:7). De Visigothen plunderden Rome in 410 en namen de toontafel mee, waarna deze eerst in Carcassonne en later in Toledo belande. Toen de Visigothische koning Roderik in 711 moest vluchten voor Tariq ibn Zijad, zou hij de toontafel achtergelaten hebben in Medinaceli (Thorsten Straub, Table of showbread).

Volgens moslimkronieken stuurde Tariq de buitgemaakte toontafel naar de Omajjadenkalief Al-Walid I in Damascus. Een Mekkaanse kroniek vertelt dat Walid de "tafel van Salomo" liet omsmelten en het goud ter waarde van 36.000 dinar naar Mekka zond om de deuren van de Kaäba te bekleden (Leon Yarden, The Spoils of Jerusalem on the Arch of Titus. A Re-Investigation, p. 84). Echter dit is onzeker daar rond de toontafel tal van Spaanse en Arabische legenden aanwezig zijn (María Jesús Rubiera Mata, "El Enigma De La Mesa De Salomón", in Awraq: Estudios sobre el mundo árabe e islámico contemporáneo, 1980, Vol. 3, p. 26-31), waarvan dit er één is.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!