Amram
עַמְרָם H6019 "Amram",

Zie ook: Personen, Namen,

Amram (Hebr. עַמְרָם H6019), naam van twee personen in de Bijbel.

Inhoud

Bijbel

Vader van Mozes

Amram, de man van Jochebed, en de vader van Mirjam, Aäron en Mozes (Num. 26:59; 1 Kron. 6:3). Hij was de zoon van Kohath (Ex. 6:18; 1 Kron. 6:2) uit de stam Levi. Stierf op 137 jarige leeftijd (Ex. 6:20). Hij werd geprezen om zijn geloof, zei het niet bij name (Hebr. 11:23). Opvallend is dat Jochebed ook de tante van Amram was (Ex. 6:19). Pas later werd een zodanig huwelijk verboden (Lev. 18:12; 20:19).

Zoon van Bani

Amram, een zoon van Bani (Ezr. 10:34)


Terminologie

Amram עַמְרָם H6019, mogelijk van עַם H5971 en רוּם H7311.


Jodendom

Een van de Dode Zee-rollen (4Q543, Manuscript B) is geschreven vanuit het gezichtspunt van Amram en wordt ook wel het Testament van Amram genoemd. Het document is gedateerd aan het einde van de 2de eeuw v.C. en is geschreven in de vorm van een visioen:

Fragment 1 9 [... ik zag Wachters] 10 in mijn visioen, het droomgezicht. Twee (mannen) vochten om mij, zeggende ... 11 en voerden een grote strijd om mij. Ik vroeg hen: 'Wie zijn jullie, dat jullie aldus ma[cht over mij hebben?' Zij antwoordden mij: 'Ons] 12 [is macht ge]geven en wij heersen over heel de mensheid.' Zij zeiden tegen mij: 'Wie van ons kiest u om over (u) te heersen?' Ik sloeg mijn ogen op en keek.] 13 [Eén] van hen had een angst[aanja]gend voorkomen, [als een sl]ang, zijn ma[nt]el was veelkleurig maar erg donker ... 14 [En ik keek nog eens] en ... in zijn voorkomen, zijn gelaat als een adder en [hij droeg ...] 15 [buitengewoon, en al zijn ogen ...]
Fragment 2 1 [ ... macht]hebbend over u ... 2 [ Ik antwoordde hem:] 'Deze [Wachter,] wie is hij?' Hij antwoordde mij: 'Deze Wa[chter ...] 3 [en zijn drie namen zijn: Belial en Prins van de Duisternis] en Koning van het Kwaad.' Ik zei: 'Mijn heer, wel do[mein ...?'] 4 [ 'en al zijn wegen zijn verdui]sterd, al zijn werken zijn ver[dui]sterd. In Duisternis ... hij ... 5 [U] zag en hij heeft de macht over heel de Duisternis, terwijl ik [ de macht heb over al het Licht.] 6 [... van] de hoogste gebieden tot de laagste heers ik over al het Licht en over all[es wat van God is. Ik heers over (elke) man]
Fragment 3 1 van Zijn genade en vrede. Over al de zonen van [het Li]cht heb ik macht gekregen.' Ik vroeg hen: ['Wat zijn uw namen ...?'] 2 Hij [z]ei tegen mij: ['Mijn] drie namen zijn: [Michaël en Prins van het Licht en Koning van Rechtvaardigheid.'] (R. Eisenman, p. 151-152)


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!