M.W. Eberlé-Gotlib

Zie ook: Beeldbank, Lijst Messiasbelijdende Joden, Messiasbelijdende Joden,

Marjorie W. Eberlé-Gotlib (Manchester, Engeland 1914 - Rotterdam, Nederland  8 oktober 2009), gaf jarenlang leiding aan de vereniging ‘Hadderech’ (Hebreeuws voor: de Weg), de Nederlandse vereniging van Messiasbelijdende Joden; ze is redacteur van het gelijknamige blad van deze vereniging en vervulde ook een niet te onderschatten rol in de internationale vereniging van Messiasbelijdende Joden, de International Hebrew Christian Alliance.

Inhoud

Levensbeschrijving

Marjorie Eberlé-Gotlib werd op 25 januari 1914 geboren in Manchester. Haar ouders waren Nederlanders maar  vanwege het werk van haar vader, de musicus Salomon Gotlib, in Engeland gaan wonen. Na het overlijden van de vader van haar moeder, Hanna van der Sluijs, keerde het gezin terug naar Rotterdam. Het Jodendom speelde in huize Gotlib nauwelijks een rol en over God werd al helemaal niet gesproken. In 1939 trouwde ze met de niet-Joodse Oscar Eberlé, hetgeen haar redding zou worden. Gemengd gehuwden werden immers tijdens de oorlog ontzien door de Duitsers. In 1942 werden haar ouders en veel familieleden en vrienden weggevoerd, en niet veel later om het leven gebracht. Haar vader had een onderduikadres geweigerd omdat hij anderen niet in gevaar had willen brengen.

Daarna gebeurden in Marjorie’s leven in korte tijd allerlei toevallige dingen. Hierover nadenkend zei ze bij zichzelf: “Ook raar, ik val van het ene toeval in het andere…” Hierop hoorde ze een stem duidelijk zeggen: “Als je voor het woord toeval nu eens het woord God invult.” Waarop ze verbaasd reageerde: “God, bestaat die dan?” Dat was het begin van haar bekering. Niet veel later nam haar man uit de bibliotheek een boek van Scholem Asch, De Nazarener, een historische roman over Jezus. Marjorie las het en ontdekte tot haar stomme verbazing dat Jezus Joods was. Daar wilde ze meer van weten. Desgevraagd verwees een christelijke vriend haar naar de zendeling Philipp Trostianetzky, die in Rusland vervolgd was, eerst vanwege zijn Joods zijn en na zijn bekering vanwege zijn Christen zijn. Daar stonden ze, tegenover elkaar, beiden met een Davidster op. “Kunt u mij over Jezus vertellen?” Omdat de evangelieverkondiging aan Joden door de Duitsers verboden was, overwoog Trostianetzky dat hij in de val gelokt werd. Toch ging hij op haar verzoek in. Maar eerst moest ze zich van hem in het Jodendom verdiepen. Anders zou ze niet kunnen begrijpen wat het Christelijk geloof inhield. Nog tijdens de oorlog werd ze, samen met haar niet-Joodse man, gedoopt door ds. Buskes, die bij die gelegenheid zei dat ze nu pas echt Jood (d.i. God-lover) was geworden.

Na de oorlog was Marjorie Eberlé-Gotlib jarenlang voorzitter van Hadderech, de Nederlandse vereniging van Jesjoea hammasjiach-belijdende Joden. Ze heeft honderden lezingen in het hele land gehouden, schreef artikelen voor het tijdschrift Hadderech, leidde Bijbelkringen in Rotterdam en omgeving en was lid van de theologische commissie van The International Hebrew Christian Alliance. Ze zag het als haar taak om de christenen die zij ontmoette te vertellen over Gods trouw aan ontrouwe mensen. Naast Gods genade was de blijvende plaats van het Joodse volk in Gods bestel de andere pijler waar een Bijbelse theologie volgens haar op behoorde te rusten. Met haar vertrouwen in God als haar vader, haar blijdschap een behouden zondaar te zijn en haar liefde voor haar eigen volk is ze velen tot zegen geweest.

Marjorie Eberlé-Gotlib overleed na een kort ziekbed op 8 oktober 2009 op 95-jarige leeftijd te Rotterdam, waar zij werd begraven na een dienst geleid door ds. S. L. Schoch.

J. Akker


Externe link(s)


Aangemaakt 21 juli 2018, laatst gewijzigd 18 mei 2020


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!