Urim en Thummim
אוּרִים H224 "Urim, urim", תֻּמִּים H8550 "Thummim",

Zie ook: Hogepriester (borstplaat),

Urim en Thummim (Hebreeuws אוּרִים וְתֻמִּים), waren orakelvoorwerpen via welke de hogepriester God raadpleegde.

Inhoud

Bijbel

De Urim en Thummim waren voorwerpen die op de borstplaat van de hogepriester waren aangebracht (Ex. 28:30; Lev. 8:8) en werden gebruikt om God te raadplegen (Num. 27:21). Dat God niet altijd antwoordde via deze manier blijkt uit de situatie van koning Saul (1 Sam. 28:6).

Bij de terugkeer uit de ballingschap waren er die niet konden bewijzen dat ze priesters waren (Ezr. 2:62; Neh. 7:64), daarom werd besloten om te wachten tot de urim en thummim uitsluitsel konden geven (Ezr. 2:63; Neh. 7:65).

Het is onbekend om wat voor voorwerpen het gaat. Sommigen denken dat het gaat om twee stenen (Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht, Commentaar op Ezra 2:63)


Terminologie

De etymologie van de woorden is onduidelijk. Op basis van de Septuagint in 1 Samuel 14:41 lijkt het erop dat de twee woorden de namen van twee objecten zijn. Vandaar het vermoeden dat Urim (אוּרִים H224) afgeleid is van אָרַר H779 'vloek' en Thummim (תֻּמִּים H8550) van תֹּם H8537 'volkomenheid', wat dan respectievelijk ontkenning en bevestiging aangeeft.

Anderen willen Urim zien een connectie met licht en willen het afleiden van van אוּר H217 'vlam' (E. Klein, p. 14).


Geschiedenis

De vroegste speculatie over de toegepaste techniek van het orakel vinden in Josephus, die stelt "For so great a spendor shone forth from them before the army began to march, that all the people were sensible of God’s being present for their assistance." (F. Josephus, Antiquities, 3.217 (3.8.9)). Ook verhaalt hij in dit gedeelte dat de Urim en Thummim 200 jaar voor hij zijn boek schreef stopte met schijnen omdat God ontevreden was over het vele overschrijden van zijn wetten.

Talmoedisten zijn van mening dat het orakel op een een of andere manier de letters spelden uit de stamnamen die op de stenen van de borstplaat waren gegraveerd (Yoma 73b; Maim. Yad, Kele ha-Mikdash, 10:11). Daarnaast zijn er ook vermeldingen dat de namen van de aartsvaders erop waren gegraveerd (Yoma 73b).


Aangemaakt 26 maart 2005, laatst gewijzigd 4 november 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!