Belial (Hebreeuws בְּלִיַּעַל H1100, Grieks Βελίαλ G955), een nietsnut of een waardeloos, verdorven persoon. Later gepersonificeerd als een demon.
In het Oude Testament wordt de term Belial vooral gebruikt om personen die waardeloos of nietsnutten zijn te beschrijven (Deut. 13:13; Richt. 19:22; 20:13; 1 Sam. 2:12; 10:27; 25:17; etc.). In een enkel geval wordt het gebruikt voor onzinnige praat of roddel (Deut. 15:9) of voor rampspoedige zaken (2 Sam. 22:5; Ps. 18:5).
In het Nieuwe Testament komt het eenmaal voor in 2 Corinthiers 6:15 als grote tegenstelling tot Christus.
In de Oorlogsrol, een van de Dode Zee-rollen, staan 'de zonen van de duisternis' onder leiding van Belial. In de pseudepigraaf "de hemelvaart van Jesaja' is Belial de engel van de wetteloosheid.
In het occultisme wordt Belial als een van de vier prinsen van de hel gezien.
Aangemaakt op 4 maart 2019
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!