De Arabieren zijn Arabisch sprekende, islamitische bewoners van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (Van Dale). Van oorsprong waren ze een nomadisch volk in het Midden Oosten.
In het Oude Testament komen ze negenmaal voor, terwijl in het Nieuwe Testament de Arabieren eenmaal worden genoemd.
In het Oude Testament wordt meermalen gesproken over de Arabieren als een nomadisch volk (2 Kron. 17:11; 21:16; 22:1; 26:7). Nergens worden de Arabieren afstammelingen van Ismaël genoemd (→ Ismaëlieten). De enige overeenkomst is dat zowel de Ismaëlieten als de Arabieren beiden een nomadisch leven hadden en dat beiden "kooplieden, handelslieden" waren.
Bij de uitstorting van de Heilige Geest spreken de apostelen in diverse talen, waaronder die van de Arabieren (Hand. 2:11).
Binnen de islam wordt algemeen aangenomen dat de Arabieren afstammen van Ismaël de zoon van Abraham. Zoals hierboven reeds beschreven is hiervoor in de Bijbel geen aanwijzingen van enige verwantschap tussen de Ismaëlieten en de Arabieren. De enige verwijzing naar deze verwantschap is te vinden in de Hadith (=de gezegden van Mohammed) waar we de volgende genealogie vinden:
Dit komt echter niet overeen met andere islamitische overleveringen, zoals:
De eerste buiten-Bijbelse bron waarin de Arabieren worden genoemd is de Assyrische Kurkh-stèle (welke nu in het in het British Museum is), waar Shalmaneser III een koning Gindibu van mâtu arbâi noemt die hij tijdens de eerste slag bij Karkar (853 v.C.) heeft verslagen. Deze koning vocht in coalitie met koning Achab (A-ha-ab-bu matSir-ʼi-la-a-a) en anderen tegen de Assyriërs.
In het boek der Jubileeën (Jubileeën 20:11-13) vinden we de passage "11 And he gave to Ishmael and to his sons, and to the sons of Keturah, gifts, and sent them away 12 from Isaac his son, and he gave everything to Isaac his son. And Ishmael and his sons, and the sons of Keturah and their sons, went together and dwelt from Paran to the entering in of Babylon in 13 all the land which is towards the East facing the desert. And these mingled with each other, and their name was called Arabs, and Ishmaelites." (R.H. Charles, The Apocrypha and Pseudepigrapha of the Old Testament, [1913]), waaruit valt op te maken dat de Arabieren en Ismaëlieten eerder samensmolten dan dat de Arabieren afstamden van de Ismaëlieten.
Tegenwoordig wordt algemeen door de genealogisten aangenomen dat de Arabieren uit het zuidelijke gedeelte van de Arabische Peninsula komen en zich later verplaatsten naar het noorden (James Montgomery, Arabia and the Bible, Philadelphia, University of Pennsylvania Press, 1934 and Hitti, History of the Arabs). Zij baseren deze mening op de identificatie van de moslim Arabieren dat hun stamvader Qahtan was, welke zij identificeren met de Bijbelse Joktan (Gen. 10:25-26).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!