Ds. H.J. Messelink , Hosea, een vreemde liefde, , [2005], 14, De oudste het Jizreël. Het is de naam van een stad, en van een vlakte. Eigenlijk een vreemde naam voor een kind. Stel je voor dat je je kind Amsterdam noemt. Of Sodom. Daar zit een bepaalde boodschap in. Er is een duidelijke relatie tussen Jizreël en de koning Jehu. Jerobeam II, de koning, hoort bij het huis van Jehu. In 2 Koningen 9 en 10 lees je over deze Jehu. Hij moest Gods oordeel voltrekken aan Achabs huis. Waarom? Omdat er een bloedschuld op het huis van Achab rustte, vanwege de moord op Nabot in Jizreël. Het oordeel over Achab was terecht. Maar dat recht sloeg om in wreedheid. Jehu maakte er een ware slachtpartij van. Hij stapelde de hoofden van Achabs nakomelingen op bij de poort van Jisreël. Jehu kende ijver voor God, maar geen echte bekering tot God. ... Daarom rust er een bloedschuld op het huis van Jehu, ... Nu zal God hen daarvoor straffen en een eind maken aan dit koningshuis. Gods liefde voor Zijn volk betekent dus niet dat Zijn toorn en straf uitgeschakeld worden. Integendeel! Zo zit er in die naam van Hosea's oudste kind, Jisreël, dus een heel stuk geschiedenis verwerkt.