Ik legde mij tuinen en boomgaarden aan en plantte daarin allerlei vruchtbomen. Ik legde mij waterbekkens aan om daaruit een bos met jonge bomen te bevochtigen.

Prediker 2:5-6 (HSV)

Het is altijd leuk om te kijken hoe een bepaalde plaats er vroeger uitzag, om die reden ben ik begonnen met een reeks artikelen die ik gemakshalve maar de oude doos noem. Deze keer de vijvers van Salomo, welke worden genoemd in bovengenoemde passage in Prediker.

De drie vijvers van Salomo, welke in de buurt van Bethlehem liggen,  maken onderdeel van een groter complex van aquaducten en cisternen met een totale lengte van 64 km en was een onderdeel van de afwatering van Jeruzalem. De cisternen waren vroeger verbonden met een systeem van kanalen uit de rots gehouwen, zodat wanneer er één vol was het wateroverschot in de volgende liep, en zo verder, tot het uiteindelijke overschot via een kanaal naar de Kidron werd afgevoerd. Eén van de cisternen, die bekend is als de Grote Zee, kon negen miljoen liter bevatten, en het totale aantal liters dat opgeslagen kon worden overschreed mogelijk de 45 miljoen. Het grootste gedeelte van dit "afval"-water werd gebruikt voor de irrigatie van de verschillende tuinen die waren aangelegd.

Tegenwoordig is door het Israëlisch natuurbeheer veel bomen geplaatst zodat we weer enigszins een beeld krijgen hoe het vroeger ten tijde van Salomo eruit zag.

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!

Mede mogelijk dankzij