SV | Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-pilneser, den koning van Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, [te weten] de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag. |
WLC | וַיָּעַר֩ אֱלֹהֵ֨י יִשְׂרָאֵ֜ל אֶת־ר֣וּחַ ׀ פּ֣וּל מֶֽלֶךְ־אַשּׁ֗וּר וְאֶת־ר֙וּחַ֙ תִּלְּגַ֤ת פִּלְנֶ֙סֶר֙ מֶ֣לֶךְ אַשּׁ֔וּר וַיַּגְלֵם֙ לָראוּבֵנִ֣י וְלַגָּדִ֔י וְלַחֲצִ֖י שֵׁ֣בֶט מְנַשֶּׁ֑ה וַ֠יְבִיאֵם לַחְלַ֨ח וְחָבֹ֤ור וְהָרָא֙ וּנְהַ֣ר גֹּוזָ֔ן עַ֖ד הַיֹּ֥ום הַזֶּֽה׃ |
Trans. | wayyā‘ar ’ĕlōhê yiśərā’ēl ’eṯ-rûḥa pûl meleḵə-’aššûr wə’eṯ-rûḥa tilləḡaṯ piləneser meleḵə ’aššûr wayyaḡəlēm lār’ûḇēnî wəlagāḏî wəlaḥăṣî šēḇeṭ mənaššeh wayəḇî’ēm laḥəlaḥ wəḥāḇwōr wəhārā’ ûnəhar gwōzān ‘aḏ hayywōm hazzeh: |
Zo verwekte de God Israëls den geest van Pul, den koning van Assyrië, en den geest van Tiglath-pilneser, den koning van Assyrië, die voerde hen gevankelijk weg, [te weten] de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo verwekte de God Israëls den geest van Pul, den koning van Assyrië, en den geest van Tiglath-pilneser, den koning van Assyrië, die voerde hen gevankelijk weg, [te weten] de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!