SV | En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent, zo zult gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw broeder die zoeke, en gij ze hem wedergeeft. |
WLC | וְאִם־לֹ֨א קָרֹ֥וב אָחִ֛יךָ אֵלֶ֖יךָ וְלֹ֣א יְדַעְתֹּ֑ו וַאֲסַפְתֹּו֙ אֶל־תֹּ֣וךְ בֵּיתֶ֔ךָ וְהָיָ֣ה עִמְּךָ֗ עַ֣ד דְּרֹ֤שׁ אָחִ֙יךָ֙ אֹתֹ֔ו וַהֲשֵׁבֹתֹ֖ו לֹֽו׃ |
Trans. | wə’im-lō’ qārwōḇ ’āḥîḵā ’ēleyḵā wəlō’ yəḏa‘ətwō wa’ăsafətwō ’el-twōḵə bêṯeḵā wəhāyâ ‘imməḵā ‘aḏ dərōš ’āḥîḵā ’ōṯwō wahăšēḇōṯwō lwō: |
En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent, zo zult gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw broeder die zoeke, en gij ze hem wedergeeft.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent, zo zult gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw broeder die zoeke, en gij ze hem wedergeeft.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!