SV | En hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens hoofd de zalfolie gegoten is, en wiens hand men gevuld heeft, om die klederen aan te trekken, zal zijn hoofd niet ontbloten, noch zijn klederen scheuren. |
WLC | וְהַכֹּהֵן֩ הַגָּדֹ֨ול מֵאֶחָ֜יו אֲֽשֶׁר־יוּצַ֥ק עַל־רֹאשֹׁ֣ו ׀ שֶׁ֤מֶן הַמִּשְׁחָה֙ וּמִלֵּ֣א אֶת־יָדֹ֔ו לִלְבֹּ֖שׁ אֶת־הַבְּגָדִ֑ים אֶת־רֹאשֹׁו֙ לֹ֣א יִפְרָ֔ע וּבְגָדָ֖יו לֹ֥א יִפְרֹֽם׃ |
Trans. | wəhakōhēn hagāḏwōl mē’eḥāyw ’ăšer-yûṣaq ‘al-rō’šwō| šemen hammišəḥâ ûmillē’ ’eṯ-yāḏwō liləbōš ’eṯ-habəḡāḏîm ’eṯ-rō’šwō lō’ yifərā‘ ûḇəḡāḏāyw lō’ yifərōm: |
En hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens hoofd de zalfolie gegoten is, en wiens hand men gevuld heeft, om die klederen aan te trekken, zal zijn hoofd niet ontbloten, noch zijn klederen scheuren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij, die de hogepriester onder zijn broederen is, op wiens hoofd de zalfolie gegoten is, en wiens hand men gevuld heeft, om die klederen aan te trekken, zal zijn hoofd niet ontbloten, noch zijn klederen scheuren.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!