SV | En de landstreek der zee zal wezen [tot] hutten, uitgegraven putten der herders, en betuiningen der kudden. |
WLC | וְֽהָיְתָ֞ה חֶ֣בֶל הַיָּ֗ם נְוֹ֛ת כְּרֹ֥ת רֹעִ֖ים וְגִדְרֹ֥ות צֹֽאן׃ |
Trans. | wəhāyəṯâ ḥeḇel hayyām nəwōṯ kərōṯ rō‘îm wəḡiḏərwōṯ ṣō’n: |
En de landstreek der zee zal wezen [tot] hutten, uitgegraven putten der herders, en betuiningen der kudden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En de landstreek der zee zal wezen [tot] hutten, uitgegraven putten der herders, en betuiningen der kudden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!