SV | Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des HEEREN stond [daarbij]. |
WLC | וָאֹמַ֕ר יָשִׂ֛ימוּ צָנִ֥יף טָהֹ֖ור עַל־רֹאשֹׁ֑ו וַיָּשִׂימוּ֩ הַצָּנִ֨יף הַטָּהֹ֜ור עַל־רֹאשֹׁ֗ו וַיַּלְבִּשֻׁ֙הוּ֙ בְּגָדִ֔ים וּמַלְאַ֥ךְ יְהוָ֖ה עֹמֵֽד׃ |
Trans. | wā’ōmar yāśîmû ṣānîf ṭâwōr ‘al-rō’šwō wayyāśîmû haṣṣānîf haṭṭâwōr ‘al-rō’šwō wayyaləbišuhû bəḡāḏîm ûmalə’aḵə JHWH ‘ōmēḏ: |
Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des HEEREN stond [daarbij].
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des HEEREN stond [daarbij].
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!