G1907 ἐπέχω
vasthouden aan, toepassen, waarnemen, uitweiden, afgaan op, tegenhouden
Lukas 14:7 | En Hij zeide tot de genoden een gelijkenis, aanmerkende, hoe zij de vooraanzittingen verkozen; zeggende tot hen: |
Handelingen 3:5 | En hij hield [de ogen] op hen, verwachtende, dat hij iets van hen zou ontvangen. |
Handelingen 19:22 | En als hij naar Macedonie gezonden had twee van degenen, die hem dienden, [namelijk] Timotheus en Erastus, bleef hij zelf een tijd [lang] in Azie. |
Filippenzen 2:16 | Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch tevergeefs gearbeid. |
1 Timotheus 4:16 | Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen. |