Mattheus 13:11 | En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. |
Mattheus 13:27 | En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid? |
Mattheus 13:28 | En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen? |
Mattheus 13:37 | En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; |
Mattheus 13:52 | En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt. |
Mattheus 13:57 | En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis. |
Mattheus 14:2 | En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in Hem. |
Mattheus 14:16 | Maar Jezus zeide tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft gij hun te eten. |
Mattheus 14:18 | En Hij zeide: Brengt Mij dezelve hier. |
Mattheus 14:28 | En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. |
Mattheus 14:29 | En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen. |
Mattheus 15:3 | Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods, door uw inzetting? |
Mattheus 15:5 | Maar gij zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: [Het is] een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal eren, [die voldoet]. |
Mattheus 15:10 | En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat. |
Mattheus 15:12 | Toen kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden tot Hem: Weet Gij [wel], dat de Farizeen deze rede horende, geergerd zijn geweest? |
Mattheus 15:13 | Maar Hij, antwoordende, zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. |
Mattheus 15:15 | En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. |
Mattheus 15:16 | Maar Jezus zeide: Zijt ook gijlieden alsnog onwetende? |
Mattheus 15:24 | Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israels. |
Mattheus 15:26 | Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens [voor] te werpen. |