G2279 ἦχος
geluid, klank, geruis, gerucht, weerklank

Bijbelteksten

Lukas 4:37En het gerucht van Hem ging uit in alle plaatsen des omliggenden lands.
Handelingen 2:2En er geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen, gedreven wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten.
Hebreeen 12:19En tot het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan worden.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen