Hebreeen 2:15 | En verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, door al [hun] leven, der dienstbaarheid onderworpen waren. |
Hebreeen 5:7 | Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze, |
Hebreeen 7:23 | En genen zijn wel vele priesters geworden, omdat zijn door den dood verhinderd werden altijd te blijven; |
Hebreeen 9:15 | En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood [daartussen] gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. |
Hebreeen 9:16 | Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers [tussen]kome; |
Hebreeen 11:5 | Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. |
Jakobus 1:15 | Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart den dood. |
Jakobus 5:20 | Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken. |
1 Johannes 3:14 | Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; die [zijn] broeder niet liefheeft, blijft in den dood. |
1 Johannes 5:16 | Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal [God] bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, [zeg ik], die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve [zonde] zeg ik niet, dat hij zal bidden. |
1 Johannes 5:17 | Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood. |
Openbaring 1:18 | En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. |
Openbaring 2:10 | Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal [enigen] van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. |
Openbaring 2:11 | Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden. |
Openbaring 2:23 | En haar kinderen zal Ik door den dood ombrengen; en al de Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken. |
Openbaring 6:8 | En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde [deel] der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. |
Openbaring 9:6 | En in die dagen zullen de mensen den dood zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen vlieden. |
Openbaring 12:11 | En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot den dood toe. |
Openbaring 13:3 | En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke wonde werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest. |
Openbaring 13:12 | En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. |