Mattheus 5:29 | Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. |
Mattheus 5:30 | En indien uw rechterhand u ergert, houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. |
Romeinen 6:13 | En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende [geworden] zijnde, en [stelt] uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid. |
Romeinen 6:19 | Ik spreek op menselijke wijze, om der zwakheid uws vleses wil; want gelijk gij uw leden gesteld hebt, [om] dienstbaar [te zijn] der onreinigheid en der ongerechtigheid, tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden, [om] dienstbaar [te zijn] der gerechtigheid, tot heiligmaking. |
Romeinen 7:5 | Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. |
Romeinen 7:23 | Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. |
Romeinen 12:4 | Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben; |
Romeinen 12:5 | Alzo zijn wij velen een lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden. |
1 Corinthiers 6:15 | Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken ze leden ener hoer? Dat zij verre. |
1 Corinthiers 12:12 | Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, [maar] een lichaam zijn, alzo ook Christus. |
1 Corinthiers 12:14 | Want ook het lichaam is niet een lid, maar vele [leden]. |
1 Corinthiers 12:18 | Maar nu heeft God de leden gezet, een iegelijk van dezelve in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft. |
1 Corinthiers 12:19 | Waren zij alle [maar] een lid, waar [zou] het lichaam [zijn]? |
1 Corinthiers 12:20 | Maar nu zijn er wel vele leden, doch [maar] een lichaam. |
1 Corinthiers 12:22 | Ja veeleer, de leden, die [ons] dunken de zwakste des lichaams te zijn, die zijn nodig. |
1 Corinthiers 12:25 | Opdat geen tweedracht in het lichaam zij, maar de leden voor elkander gelijke zorg zouden dragen. |
1 Corinthiers 12:26 | En hetzij dat een lid lijdt, zo lijden al de leden mede; hetzij dat een lid verheerlijkt wordt, zo verblijden zich al de leden mede. |
1 Corinthiers 12:27 | En gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden in het bijzonder. |
Efeziers 4:25 | Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden. |
Efeziers 5:30 | Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen. |