1 Timotheus 1:14 | Doch de genade onzes Heeren is zeer overvloedig geweest, met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. |
1 Timotheus 1:19 | Houdende het geloof, en een goed geweten, hetwelk sommigen verstoten hebbende, van het geloof schipbreuk geleden hebben; |
1 Timotheus 2:7 | Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid. |
1 Timotheus 2:15 | Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid. |
1 Timotheus 3:9 | Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten. |
1 Timotheus 3:13 | Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en vele vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus. |
1 Timotheus 4:1 | Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, |
1 Timotheus 4:6 | Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt. |
1 Timotheus 4:12 | Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. |
1 Timotheus 5:8 | Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk [zijn] huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige. |
1 Timotheus 5:12 | Hebbende [haar] oordeel, omdat zij [haar] eerste geloof hebben te niet gedaan. |
1 Timotheus 6:10 | Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken. |
1 Timotheus 6:11 | Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid. |
1 Timotheus 6:12 | Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen. |
1 Timotheus 6:21 | Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. |
2 Timotheus 1:5 | Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u [woont]. |
2 Timotheus 1:13 | Houd het voorbeeld der gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus is. |
2 Timotheus 2:18 | Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof. |
2 Timotheus 2:22 | Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart. |
2 Timotheus 3:8 | Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. |