Mattheus 2:13 | Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden. |
Mattheus 3:7 | Hij dan, ziende velen van de Farizeen en Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? |
Mattheus 8:33 | En die ze weidden, zijn gevlucht; en als zij in de stad gekomen waren, boodschapten zij al [deze] dingen, en wat den bezetenen [geschied was]. |
Mattheus 10:23 | Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg Ik u: Gij zult [uw reis door] de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn. |
Mattheus 23:33 | Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden? |
Mattheus 24:16 | Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen; |
Mattheus 26:56 | Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten al de discipelen, Hem verlatende. |
Markus 5:14 | En die de zwijnen weidden zijn gevlucht, en boodschapten [zulks] in de stad en op het land; en zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat er geschied was. |
Markus 13:14 | Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan door den profeet Daniel gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest, die merke daarop!) alsdan, die in Judea zijn, dat zij vlieden op de bergen. |
Markus 14:50 | En zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden. |
Markus 14:52 | En hij, het lijnwaad verlatende, is naakt van hen gevloden. |
Markus 16:8 | En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd. |
Lukas 3:7 | Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? |
Lukas 8:34 | En die ze weidden, ziende hetgeen geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten het in de stad, en op het land. |
Lukas 21:21 | Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen. |
Johannes 10:5 | Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. |
Johannes 10:12 | Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. |
Johannes 10:13 | En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen. |
Handelingen 7:29 | En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon. |
Handelingen 27:30 | Maar als de scheepslieden zochten uit het schip te vlieden, en de boot nederlieten in de zee, onder den schijn, alsof zij uit het voorschip de ankers zouden uitbrengen, |