G5485 χάρις
genade, liefdadigheid

Bijbelteksten

Romeinen 6:17Maar Gode zij dank, dat gij [wel] dienstknechten der zonde waart, maar [dat] gij [nu] van harte gehoorzaam geworden zijt aan het voorbeeld der leer, tot hetwelk gij overgegeven zijt;
Romeinen 11:5Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.
Romeinen 11:6En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer.
Romeinen 12:3Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft.
Romeinen 12:6Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
Romeinen 15:15Maar ik heb u eensdeels te stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom [dit] indachtig makende, om de genade, die mij van God gegeven is;
Romeinen 16:20En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
Romeinen 16:24De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
1 Corinthiers 1:3Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
1 Corinthiers 1:4Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus;
1 Corinthiers 3:10Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe.
1 Corinthiers 10:30En indien ik door genade [der spijze] deelachtig ben, waarom word ik gelasterd over hetgeen, waarvoor ik dankzeg?
1 Corinthiers 15:10Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die [aan] mij [bewezen is], is niet ijdel geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die met mij is.
1 Corinthiers 15:57Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus.
1 Corinthiers 16:3En wanneer ik daar zal gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over te dragen.
1 Corinthiers 16:23De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.
2 Corinthiers 1:2Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
2 Corinthiers 1:12Want onze roem is deze, [namelijk] de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden.
2 Corinthiers 1:15En op dit betrouwen wilde ik te voren tot u komen, opdat gij een tweede genade zoudt hebben;
2 Corinthiers 2:14En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel