2 Petrus 2:8 | (Want deze rechtvaardige [man], wonende onder hen, heeft dag op dag [zijn] rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van [hun] ongerechtige werken); |
2 Petrus 2:10 | Maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zichzelven behagen, en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren; |
2 Petrus 2:12 | Maar dezen, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn om gevangen en gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden; |
2 Petrus 2:13 | En zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde [hun] vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; |
2 Petrus 2:14 | Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking; |
2 Petrus 2:19 | Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt. |
2 Petrus 3:3 | Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen, |
2 Petrus 3:4 | En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo [gelijk] van het begin der schepping. |
2 Petrus 3:5 | Want willens is dit hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen van over lang geweest zijn, en de aarde uit het water en in het water bestaande; |
2 Petrus 3:12 | Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten. |
2 Petrus 3:14 | Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede; |
2 Petrus 3:16 | Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste [mensen] verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf. |
2 Petrus 3:17 | Gij dan, geliefden, [zulks] te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid; |
1 Johannes 2:4 | Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; |
1 Johannes 2:6 | Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. |
1 Johannes 2:9 | Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nog toe. |
1 Johannes 2:10 | Die zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis is in hem. |
1 Johannes 2:11 | Maar die zijn broeder haat, is in de duisternis, en wandelt in de duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis heeft zijn ogen verblind. |
1 Johannes 2:17 | En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. |
1 Johannes 2:26 | Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden. |