1 Corinthiers 15:14 | En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. |
1 Corinthiers 15:16 | Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. |
1 Corinthiers 15:17 | En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. |
1 Corinthiers 15:20 | Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, [en] is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. |
1 Corinthiers 15:27 | Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat [Hem] alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft. |
1 Corinthiers 15:45 | Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest. |
2 Corinthiers 3:10 | Want ook het verheerlijkte is zelfs niet verheerlijkt in dezen dele, ten aanzien van deze uitnemende heerlijkheid. |
2 Corinthiers 5:11 | Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn. |
2 Corinthiers 6:11 | Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid. |
2 Corinthiers 7:4 | Ik heb vele vrijmoedigheid in het spreken tegen u, ik heb veel roems over u; ik ben vervuld met vertroosting; ik ben zeer overvloedig van blijdschap in al onze verdrukking. |
2 Corinthiers 7:13 | Daarom zijn wij vertroost geworden over uw vertroosting; en zijn nog overvloediger verblijd geworden over de blijdschap van Titus, omdat zijn geest van u allen verkwikt is geworden. |
2 Corinthiers 8:15 | Gelijk geschreven is: Die veel [verzameld had], had niet over; en die weinig [verzameld had], had niet te weinig. |
2 Corinthiers 9:2 | Want ik weet de volvaardigheid uws gemoeds, van welke ik roem over u bij de Macedoniers, dat Achaje van over een jaar bereid is geweest; en de ijver, van u [begonnen], heeft er velen verwekt. |
2 Corinthiers 9:9 | Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. |
Galaten 2:7 | Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk Petrus [dat] der besnijdenis; |
Galaten 2:20 | Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, [doch] niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft. |
Galaten 3:10 | Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. |
Galaten 3:13 | Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. |
Galaten 4:22 | Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. |
Galaten 4:23 | Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis; |