Deuteronomium 28:39 | Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten. |
Spreuken 6:8 | Haar brood bereidt in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst. |
Spreuken 10:5 | Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon; [maar] die in den oogst vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt. |