2 Koningen 19:23 | Door middel uwer boden hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen beklommen de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen, en zijn uitgelezen dennebomen afhouwen; en zal komen in zijn uiterste herberg, in het woud zijns schonen velds. |
Nehemia 1:11 | Och, HEERE, laat toch Uw oor opmerkende zijn op het gebed Uws knechts, en op het gebed Uwer knechten, die lust hebben Uw Naam te vrezen; en doe het toch Uw knecht heden wel gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht dezes mans. Ik nu was des konings schenker. |
Nehemia 4:14 | En ik zag toe, en maakte mij op, en zeide tot de edelen, en tot de overheden, en tot het overige des volks: Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan dien groten en vreselijken HEERE, en strijdt voor uw broederen, uw zonen en uw dochteren, uw vrouwen en uw huizen. |
Nehemia 8:11 | Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte. |
Nehemia 10:29 | Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods, die gegeven is door de hand van den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen; |
Job 28:28 | Maar tot den mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des HEEREN is de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand. |
Psalm 2:4 | Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. |
Psalm 16:2 | [O mijn ziel!] gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de HEERE, mijn goedheid [raakt] niet tot U; |
Psalm 22:31 | Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten. |
Psalm 30:9 | Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: |
Psalm 35:17 | Heere! hoe lang zult Gij toezien? Breng mijn ziel weder van hunlieder verwoestingen, mijn eenzame van de jonge leeuwen. |
Psalm 35:22 | HEERE! Gij hebt het gezien, zwijg niet; Heere! wees niet verre van mij. |
Psalm 35:23 | Ontwaak en word wakker tot mijn recht; mijn God en Heere! tot mijn twistzaak. |
Psalm 37:13 | De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt. |
Psalm 38:10 | HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen. |
Psalm 38:16 | Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God! |
Psalm 38:23 | Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil! |
Psalm 39:8 | En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U. |
Psalm 40:18 | Ik ben wel ellendig en nooddruftig, [maar] de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God! vertoef niet. |
Psalm 44:24 | Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid. |