H205 אָוֶן
heilloos, onheil, ondeugd, ongerechtigheid, onrecht, ongerechtig, ijdelheid, boosheid

Bijbelteksten

Psalm 14:4Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten, [alsof] zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan.
Psalm 28:3Trek mij niet weg met de goddelozen, en met de werkers der ongerechtigheid, die van vrede spreken met hun naasten, maar kwaad is in hun hart.
Psalm 36:4De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen.
Psalm 36:5Hij bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij niet.
Psalm 36:13Aldaar zijn de werkers der ongerechtigheid gevallen; zij zijn nedergestoten, en kunnen niet weder opstaan.
Psalm 41:7En zo [iemand van hen] komt, om [mij] te zien, hij spreekt valsheid; zijn hart vergadert zich onrecht; gaat hij uit naar buiten, hij spreekt er van.
Psalm 53:5Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk opeten, [alsof] zij brood aten? Zij roepen God niet aan.
Psalm 55:4Om den roep des vijands, vanwege de beangstiging des goddelozen; want zij schuiven ongerechtigheid op mij, en in toorn haten zij mij.
Psalm 55:11Dag en nacht omringen zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar.
Psalm 56:8Zouden zij om [hun] ongerechtigheid vrijgaan? Stort de volken neder in toorn, o God!
Psalm 59:3Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds.
Psalm 59:6Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela.
Psalm 64:3Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid.
Psalm 66:18Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.
Psalm 90:10Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.
Psalm 92:8Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.
Psalm 92:10Want zie, Uw vijanden, o HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan; al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden.
Psalm 94:4Uitgieten? hard spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen?
Psalm 94:16Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?
Psalm 94:23En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen