H268 אָחוֹר
achterkant, achterdelen, achteren, achter, achterste delen, van achteren, van -, achterwaarts, achte

Bijbelteksten

Genesis 49:17Dan zal een slang zijn aan den weg, een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen, dat zijn rijder achterover valle.
Exodus 26:12Het overige nu, dat overschiet aan de gordijnen der tent, de helft der gordijn, die overschiet, zal overhangen, aan de achterste delen des tabernakels.
Exodus 33:23En wanneer Ik Mijn hand zal weggenomen hebben, zo zult gij Mijn achterste delen zien; maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden.
2 Samuel 1:22Van het bloed der verslagenen, van het vette der helden, werd Jonathans boog niet achterwaarts gedreven; en Sauls zwaard keerde niet ledig weder.
2 Samuel 10:9Als nu Joab zag, dat de spits der slagorde tegen hem was, van voren en van achteren, zo verkoos hij uit alle uitgelezenen van Israel, en stelde hen in orde tegen de Syriers aan;
1 Koningen 7:25Zij stond op twaalf runderen; drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren inwaarts.
1 Kronieken 19:10Toen Joab zag, dat de spits der slagorde van voren en van achteren tegen hem was, zo verkoos hij [enigen] uit alle uitgelezenen in Israel, en hij stelde hen in orde tegen de Syriers aan.
2 Kronieken 4:4Zij stond op twaalf runderen, drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren inwaarts.
2 Kronieken 13:14Toen nu Juda omzag, ziet, zo hadden zij den strijd voor en achter; en zij riepen tot den HEERE, en de priesters trompetten met de trompetten.
Job 23:8Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet.
Psalm 9:4Omdat mijn vijanden achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht.
Psalm 35:4Laat hen beschaamd en te schande worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en schaamrood worden, die kwaad tegen mij bedenken.
Psalm 40:15Laat hen te zamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken, om die te vernielen; laat hen achterwaarts gedreven worden, en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Psalm 44:11Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven [ons] voor zich.
Psalm 44:19Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad.
Psalm 56:10Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is.
Psalm 70:3Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
Psalm 78:66En Hij sloeg Zijn wederpartijders aan het achterste; Hij deed hun eeuwige smaadheid aan.
Psalm 114:3De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts.
Psalm 114:5Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet?

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen