H433 אֱלוֹהַּ
god(en), god, goden, God

Bijbelteksten

Job 35:10Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker, Die de psalmen geeft in den nacht?
Job 36:2Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn.
Job 37:15Weet gij, wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat schijnen?
Job 37:22[Als] van het noorden het goud komt; [maar] bij God is een vreselijke majesteit!
Job 39:20Want God heeft haar van wijsheid ontbloot, en heeft haar des verstands niet medegedeeld.
Job 39:35Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop.
Psalm 18:32Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?
Psalm 18:47De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils!
Psalm 50:22Verstaat dit toch, gij godvergetenden! opdat Ik niet verscheure en niemand redde.
Psalm 114:7Beef, gij aarde! voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van den God Jakobs;
Psalm 139:19O God! dat Gij den goddeloze ombracht! en gij, mannen des bloeds, wijkt van mij!
Psalm 143:10Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
Psalm 145:1Een lofzang van David. [Aleph.] O mijn God, Gij Koning! ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos.
Spreuken 30:5Alle rede Gods is doorlouterd; Hij is een Schild dengenen, die op Hem betrouwen.
Jesaja 44:8Verschrikt niet, en vreest niet; heb Ik het u van toen af niet doen horen en verkondigd? Want gijlieden zijt Mijn getuigen: is er ook een God behalve Mij? Immers, er is geen [andere] rotssteen: Ik ken er geen?
Daniel 11:37En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken.
Daniel 11:38En hij zal den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en met gewenste dingen.
Daniel 11:39En hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs.
Habakuk 3:3God kwam van Theman, en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel