H562 אֹמֶר
belofte, spreken, toezegging, woord (Hab, machtwoord, iets, spraak
Job 22:28 | Als gij een zaak besluit, zo zal zij u bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht schijnen. |
Psalm 19:3 | De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. |
Psalm 19:4 | Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord. |
Psalm 68:12 | De HEERE gaf te spreken; der boodschappers van goede tijdingen was een grote heirschaar. |
Psalm 77:9 | Houdt Zijn goedertierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde, van geslacht tot geslacht? |
Habakuk 3:9 | De naakte grond werd ontbloot [door] Uw boog, [om] de eden, aan de stammen gedaan [door] het woord. Sela. Gij hebt de rivieren der aarde gekloofd. |